Dit is misschien een van de meest gestelde vragen binnen het wielrennen. Hoewel we geen concreet koopadvies geven en niet in iemands portemonnee willen kijken, is er wel een aantal dingen waar je op moet letten. Als je deze tips meeneemt in je zoektocht naar een vermogensmeter, dan is de keuze waarschijnlijk een stuk sneller gemaakt.

Wat meet een vermogensmeter?

Een vermogensmeter is niet veel meer dan een (rek)strookje dat meet hoeveel die wordt vervormd wanneer er kracht op wordt uitgeoefend. Een vermogensmeter moet daarbij ook weten wat de trapfrequentie is, omdat kracht maal snelheid uiteindelijk vermogen oplevert. Met de juiste kalibratie en dus de meting van deze vervorming en cadans wordt een getal naar de fietscomputer gestuurd en weet je wat het geleverde vermogen is. Dit principe is voor iedere vermogensmeter hetzelfde, maar is op verschillende plekken op de fiets toe te passen.

Compatibiliteit

Vermogen kan gemeten worden op de bottom bracket of spider (SRM, Quark, Rotor, Power2Max), cranks (Shimano, Stages, 4iiii) pedalen (Garmin, Favero, Powertap) of in het achterwiel (Powertap). Er is ook een aantal andere exotische oplossingen op de markt, maar dat wordt er qua betrouwbaarheid en herhaalbaarheid (later meer hierover) niet veel beter op. Een achterwiel of pedalen zijn super makkelijk te monteren, maar dan zit je dus wel vast aan dat ene wiel of een specifiek pedaalsysteem. Een spider systeem of crankstel vergt wat meer montagewerk, vaak moet je dan het hele trapstel vervangen, maar dan heb je dit probleem niet.

Betrouwbaarheid van de vermogensmeter

Daarnaast gaat het erom hoe betrouwbaar de vermogensmeter is. Meet de vermogensmeter wat je wil dat die meet? Als je 200 Watt trapt, geeft de vermogensmeter dan ook 200 Watt aan? Er worden blogs vol geschreven op dit onderwerp en vermogensmeters met elkaar vergeleken. Dit lijkt natuurlijk ook erg belangrijk, maar dat valt wel mee. Een vermogensmeter is namelijk vooral een tool om jezelf te verbeteren en dus vergelijk je die alleen met je eigenwaardes

Als je vermogensmeter bijvoorbeeld altijd 20 Watt afwijkt, maakt dat helemaal niet zoveel uit. Je moet dan alleen oppassen je vermogens niet met iemand anders te vergelijken. Vanuit deze optiek is een enkelzijdige vermogensmeter voor iedere recreatieve wielrenner prima. Een enkelzijdige vermogensmeter zit alleen op de non-drive side gemonteerd en vermenigvuldigt dit vermogen keer twee. Deze factor is overigens met de fietscomputer vaak nog in te stellen. Niemand trapt altijd precies met links 50% van het totale vermogen. Zolang je altijd je eigen waardes vergelijkt met diezelfde vermogensmeter, dan maakt dit helemaal niets uit.

Herhaalbaarheid

Dat een vermogensmeter bij 200 Watt de ene dag 200 Watt en de andere dag 220 Watt aangeeft is een veel groter probleem. Dit gaat om de herhaalbaarheid van de metingen. Vaak als de batterijspanning te laag wordt bijvoorbeeld, heeft iedere vermogensmeter hier wel last van. In algemene zin zie je dat nieuwe vermogensmeters die net op de markt zijn, problemen vertonen op dit gebied. Vaak gaan er een paar generaties overheen voordat alle kinderziektes eruit zijn.

Ons advies bij kopen van de vermogensmeter

Koop een vermogensmeter die zonder al te veel aanpassingen gemakkelijk op de fiets te monteren is. Heb je bijvoorbeeld al een Shimano crankstel, stel jezelf dan de vraag of je dit helemaal wilt vervangen met een Sram of Rotor systeem. Kies daarnaast voor een vermogensmeter die al een poosje op de markt is zodat de kinderziektes eruit zijn. Past er op jouw huidige crankstel een enkelzijdig vermogenssysteem en wil je de vermogens vooral met jezelf vergelijken, ga dan voor een enkelzijdig systeem. Wil je per se een vermogensmeter die je makkelijk kan wisselen. Dan zijn pedalen of in je achterwiel de beste keuze.